Kranteartikel de Stem, De Magiek van de schepping uit klei
De magiek van de schepping uit klei
door Edine Wijnands edine.wijnands@bndestem.nl. zaterdag 25 april 2009 | 07:00 | Laatst bijgewerkt op: zondag 26 april 2009 | 08:12
Henk Groenhuis (rechts) in zijn atelier aan het werk met bronsgieter Jacques Valle. foto René Schotanus / het fotobureau
ZUNDERT – Bij het zien van de David van Michaelangelo jeukten zijn handen. Had hij die laatste centimeters maar voor zijn rekening mogen nemen.
De huid. Het beeld was er sensueler door geworden. Letterlijk tastbaarder.
Henk Groenhuis kreeg het destijds al te horen op de academie. Op Sint Joost in Breda. Zijn beelden hebben een huid die erom vraagt aangeraakt te worden.
In zijn woonkamer in Zundert staat Groenhuis op, pakt een stuk graniet, laat het voelen, gaat weer zitten. Hij vertelt. “Ken je mijn Bokje in de Bredase Torenpassage?” Zonder op antwoord te wachten, vervolgt hij: ” Wij zaten op het terras, er kwam een klein meisje aan. Bij het bokje stond ze stil, pakte de horens, omhelsde het, begon het te knuffelen.” Tastbaar.
Zeventig jaar wordt Groenhuis vandaag. Een verjaardag die Zundert viert met de opening van een overzichtstentoonstelling van zijn werk. Tot september te zien in het Vincent van GoghHuis.
Hij begon ooit als twaalfjarige. Van het grijze restmateriaal van wat ooit gekleurde boetseerklei- staafjes waren, modelleerde hij Egyptische beeldjes.
Egypte inspireert hem nog steeds. “De verstilling, het magische, de beelden waarvan alle overbodige details zijn weggelaten.” Hij tekent een denkbeeldig hiëroglief van een oog. “Onlangs is ontdekt dat een lichtboog er boven ochtend betekent, er door middag, er onder avond. Prachtig.” Sereen. Zijn Egyptische beeldjes werden gevonden door een broer die hun vader overhaalde de jonge Henk naar Sint Joost te sturen. Vijftien jaar was hij. Hij kreeg beeldhouwles van Jan Gladinnes, won in 1959 de Sint Joostpenning. Die verwerkte hij in een sculptuur van een stier. Een verwijzing naar Zeus, naar Europa. De stier, ook zijn sterrenbeeld, komt vaker terug in zijn werk. Zoals meer dieren. Het paard. Er stond er één voor het bisschoppelijk paleis in Breda. Dat is gestolen. Een varken staat in het Ginneken. Maar ook mensen: het Zundertse bloemencorsomeisje.
Een bepaalde stijl heeft de kunstenaar niet. Dat beperkt te veel. “Ik spreek eerder van een handtekening.” Want zijn beelden, zijn schilderijen zijn wel degelijk herkenbaar als zijn scheppingen.
Hij houdt van werken. Voelt er een bijna therapeutische werking vanuit gaan. De handen die het werk omvatten, die er een vorm uit oproepen. Het blijft een magisch proces. Nog steeds.
Tegenwoordig probeert hij meer te spelen. Niet meer zo serieus. Op aanraden van keramist Johan van Loon. ” De homo ludens, de spelende mens. Ik probeer meer aan het toeval over te laten.” Een spannend en nieuw proces.
Groenhuis, t/m september in Van GoghHuis. Ook bij galerie Marcel Jas in de Veemarkstraat in Breda.
This post is also available in:
Engels